Column: Kritische reflectie stikstofbeleid hoogst noodzakelijk
Greenpeace bewees de landbouw deze week een mooie dienst. Door het opvragen van de communicatie tussen onderzoekers en ambtenaren van het ministerie van LNV via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) kwam boven tafel dat ambtenaren van LNV hebben ingegrepen in het rapport van ABD Topconsult. Dit rapport is één van de bouwstenen van het stikstofbeleid. Het is even doorakkeren om al die duizenden pagina’s goed te bestuderen, maar de eerste voorzichtige conclusies zijn dat onwelgevallige informatie en onzekerheden over het stikstofprobleem zoveel mogelijk uit het rapport zijn gehaald. Bovendien was het al twijfelachtig hoe onafhankelijk dit adviesbureau was. ABD Topconsult bestaat immers uit ervaren topambtenaren die even in de wachtkamer zitten in de hoop op een nieuwe toppositie.
Samenwerking
De vraag is natuurlijk waarom ambtenaren zich bemoeien met de inhoud van onafhankelijk geachte adviezen. Je zou zeggen dat er helemaal geen afstemming nodig is, hooguit over het juist interpreteren van de onderzoeksvraag. Een innige samenwerking betekent volgens mij dat ABD Topconsult gebruikt wordt om te schermen met onafhankelijkheid, terwijl het in de praktijk een verlengstuk is van in dit geval het Ministerie van LNV.
Vooral juristen van LNV bemoeiden zich met de inhoud. Een voorbeeld is dat in de eerste versie van het rapport stellig staat dat Aerius niet deugt. Met Aerius wordt bepaald hoeveel stikstof er op natuurgebieden valt en van welke bron die stikstof afkomstig is. In versie 7 of 8 is daar niets van overgebleven. Terwijl de Commissie Hordijk al eerder concludeerde dat Aerius niet geschikt is voor lokaal beleid. Het vorige kabinet bevestigde dat in november via het advies ‘Aanvulling op het rapport 2021-0166 Ruimtelijk effect zonering emissiereducties landbouw’ van het RIVM. Daar staat in dat de onzekerheden van Aerius groter worden als er ingezoomd wordt naar natuurgebieden. Aerius kan dus alleen iets zeggen op landelijke schaal.
Impactanalyse Aerius
Maar gisteren publiceerde het RIVM een nieuw rapport (Impactanalyse Actualisatie AERIUS Calculator en Monitor 2021), omdat Aerius een update krijgt. Dat gebeurt ieder jaar. Volgens de toelichting om het model steeds verder te verbeteren en te voorzien van actuele cijfers over bijvoorbeeld aantallen landbouwhuisdieren. Wie het rapport bestudeert, ziet een hele trits opsommingen van zaken die gewijzigd zijn. Een aantal wijzigingen waren te voorzien, zoals de totale afname van de oppervlakte stikstofgevoelige natuur.
In Natura 2000-gebied Rijntakken schrapt het RIVM op aangeven van de provincies 4813 hectare, met name omdat er agrarisch bemeste percelen zijn geschrapt. Hier zie ik ook de kracht van de journalistiek in terug. Oud-minister Schouten ging hier pas iets aan doen toen ik daar een column over schreef en Tweede Kamerleden er vragen over begonnen te stellen. Ook in De Wieden is nu 113 hectare minder stikstofgevoelig, maar in het Oostelijke Vechtplassengebied kwamen er 1047 hectares bij en in de Kop van Schouwen kwamen er 232 bij en gingen er 68 af.
Rechtstaat
Ik noem dit voorbeeld om te laten zien dat er jaarlijks gesleuteld wordt aan in feite de basis van het Nederlandse natuurbeleid. Ontstaat er ondanks de hoge stikstofdepositie in een Natura 2000-gebied toch ergens heide van voldoende omvang, dan kan dat zomaar op een kaart van de provincie komen en een landbouwbedrijf opeens tot piekbelaster maken volgens Aerius. Dat zorgt ervoor dat boeren en andere bedrijven na iedere update opeens in een nieuwe juridische werkelijkheid kunnen verkeren. Dat lijkt me niet wenselijk in een rechtstaat en daar zou de Tweede Kamer ook eens naar moeten kijken.
Gelderse Vallei en Zuidoost-Brabant
Het meeste opzien baart dat na alle aanpassingen de boerenbedrijven in de Gelderse Vallei en in Zuidoost-Brabant de dupe zijn. Het RIVM toont in het rapport een kaart met lokale verschillen tussen de vorige versie van Aerius en de nieuwe. Lokale verschillen die dus een grote mate van onbetrouwbaarheid kennen. En dan blijkt dat de stikstofdepositie aan de rand van de oostelijke Veluwe en in de Zuidoost-Brabantse natuurgebieden omhoog is gegaan. Die wijzigingen komen onder andere voort uit wijzigingen die zijn doorgevoerd in emissiebestanden waar Aerius gebruik van maakt. Daarin zijn de locaties van individuele stallen overgeheveld naar de bedrijfslocatie. Op papier dus een aanpassing, terwijl die stallen gewoon nog op dezelfde plaats staan. Ook zijn de emissiefactoren van stallen veranderd.
De conclusie die je zou kunnen trekken is dat met de nieuwste update van Aerius er meer landbouwbedrijven weg moeten, of de uitstoot drastisch moet beperken in die twee gebieden. Dit past erg goed in het beleid dat Den Haag heeft uitgestippeld. Het lastige is dat het erg moeilijk te controleren is of dit echt zo is, of dat ook hier wordt gestuurd. Het RIVM is deels afhankelijk van de informatie die het krijgt aangeleverd, maar de onderzoekers maken ook keuzes. De ene set data is de andere niet en bepaalt wel de uitkomst van het model. Dus ook hier zou de Tweede Kamer eens goed op moeten doorvragen. Om te achterhalen of hier sturing achter zit, of dat het echt om de nieuwste wetenschappelijke inzichten gaat en welke afwegingen er worden gemaakt.
Tunnelvisie
Zowel bij de updates van Aerius als bij het stikstofadvies zou het zomaar kunnen dat er sprake is van een grote mate van tunnelvisie. Een tunnelvisie waar Nederland de komende jaren 25 miljard euro voor gaat uittrekken. Bovendien, daar waarschuwde de Algemene Rekenkamer in een brief aan de Tweede Kamer gisteren voor, dreigt de Tweede Kamer het zicht te verliezen op die miljarden en daarmee de controle op de bestedingen. Het nieuwe kabinet wil het geld wegzetten in fondsen en dan heeft de Tweede Kamer er geen invloed meer op. En ik heb het dan nog niet eens over de doelmatigheid van al die euro’s, want tot op heden is niet bekend of het geld voor de natuurdoelen wel kosteneffectief wordt ingezet.
Ook de coalitiepartijen zouden zich kritisch moeten opstellen en een heroverweging om zoveel geld uit te trekken voor het stikstofdossier is ook op zijn plaats. Uit onderzoek in opdracht van de NOS scoort stikstof het laagst van alle problemen waar Nederland grote uitdagingen hebben. Slechts 5 procent van de Nederlanders noemt het een urgent probleem. Als de Tweede Kamer de kiezer serieus neemt, maakt het hier serieus werk van.