Met deze maatregelen wil Staghouwer de derogatie redden
In december beoordeelde de Commissie het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn als onvoldoende. Daarmee worden de doelen voor het grondwater wel gehaald, maar die voor het oppervlaktewater niet. Nederland moet dus in een extra maatregelen nemen. De nieuwe minister zoekt die vooral in een uitwerking van het regeerakkoord, vertelde hij in een Kamerbrief, en dus in de transformatie die de veehouderij moet doormaken. Daarbij wil de regering bedrijven ondersteunen die extensiveren, omschakelen naar een andere productiewijze, of die verplaatst of uitgekocht worden. Ondersteuning van innovatie is een andere weg.
Deze processen moeten gebiedsgericht plaatsvinden, zodat die maatregelen kunnen worden gekozen die per gebied de meeste impact hebben. Dit moet zoveel mogelijk samen met boeren gebeuren, schrijft de minister in zijn brief.
Meer specifieke maatregelen die Staghouwer noemt zijn het verbieden van de teelt van uitspoelingsgevoelige gewassen op vrijvallende uitspoelingsgevoelige gronden, en het doorhalen van productierechten bij de op- en uitkoop van veehouderijen. „Hierdoor neemt de veestapel af en daarmee zal ook de productie van dierlijke mest afnemen", schrijft de minister.
Daarnaast wil hij bufferzones instellen in beekdalen in de zuidelijke en oostelijke zandgebieden, en daarbij gebruik maken van ecologische analyses. Dit alles met een forse financiële impuls uit het transitiefonds landbouw.
Vertraging
Halverwege februari wil Staghouwer deze maatregelen hebben vastgelegd in een addendum op het Zevende Actieprogramma. Daarmee hoopt hij de procedure om tot een derogatiebeslissing te komen, in Brussel voort te kunnen zetten. Die procedure is nu vertraagd, nadat de Europese Commissie het actieprogramma had afgewezen, en die vertraging zorgt ervoor dat een beslissing pas in september zou vallen. Staghouwer wil dus ook proberen om de procedure te versnellen, en stuurt aan op een beslissing in juni.
„Wij begrijpen dat deze maatregelen voor de sector ingrijpend zijn, maar achten dit ook noodzakelijk om te voorkomen dat we in een situatie terecht komen waarin de Europese Commissie ingrijpt", stelt de minister. „Maar een situatie waarin Nederland geen derogatie wordt verleend is onwenselijk, omdat [we dan] mogelijk nog drastischer maatregelen moeten nemen om de doelen van de Nitraatrichtlijn en de KDW te halen.