Met verkoop bedrijf is Drentse pluimveehouder ook zijn natuurvergunning kwijt
De pluimveehouder vindt dat het provinciebestuur hem voor een flink bedrag aan stikstofrechten door de neus heeft geboord. Die had hij kunnen gebruiken voor externe saldering.
Niet-ontvankelijk
Maar de Raad van State vindt de pluimveehouder niet-ontvankelijk, waardoor de man het nakijken heeft. Dat betekent dat de natuurvergunning op naam blijft staan van de gemeente Assen. De rechtbank Noord-Nederland, waar de zaak eind 2020 voor lag, dacht er ook zo over.
Het gaat om een pluimveebedrijf dat op 17 maart 2017 is verkocht aan de gemeente Assen. Afgesproken werd dat de eigenaar nog drie jaar het recht had om de stallen te gebruiken of te verhuren. Volgens de gesloten koopovereenkomst verviel het gebruiksrecht op 1 mei 2020. Zo’n anderhalf jaar daarvoor, 21 januari 2019, had de provincie de pluimveehouder een natuurvergunning verleend die hij had aangevraagd. De vergunning geldt voor 90.000 vleeskuikens en tien paarden.
Vergunning is van het bedrijf
Het is mijn vergunning, vindt de pluimveehouder. De gemeente Assen moet er nog voor betalen, want een natuurvergunning is geld waard. Maar de Raad van State zegt dat hij geen belang meer heeft. De vergunning hangt vast aan het bedrijf en niet aan de eigenaar. De vergunning geeft het bedrijf recht om stikstof uit te stoten op en geeft geen stikstofrechten aan een persoon. De vergunning is aangevraagd en verleend nadat de eigendom werd overgedragen aan de gemeente, zegt de Raad van State.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Ruth van Schriek