Drogerij zoekt telers voor uitbreiding peterselieteelt in Flevoland en West-Brabant
Peterselie is voor Nederland geen nieuw gewas, het wordt al zo’n vijftig jaar in Nederland geteeld. Aanvankelijk waren er vier teeltgebieden, maar omdat de aanvoer door deze spreiding niet gegarandeerd kan worden, terwijl de fabriek wel continu van grondstof voorzien moet worden, besloot VNK terug te gaan naar twee teeltregio’s, zegt Piet Kasper namens VNK. In Nederland wordt tot 250 hectare peterselie geteeld voor de Flevolandse drogerij.
Akkerbouwer Herman de Jong uit Dronten heeft peterselie al vijf jaar in het bouwplan. Hij werd destijds door zijn loonwerker benaderd met de vraag of hij ook krulpeterselie wilde gaan telen. Helemaal onbekend was de akkerbouwer niet met de teelt. „Hier aan de weg zijn al enkele peterselietelers.”
Schermbloemig gewas
Met het zesde teeltjaar voor de boeg kan De Jong zeggen dat de teelt hem goed bevalt. Aanvankelijk had hij ook peen in het bouwplan, maar dit is geen gelukkige combinatie, omdat zowel peen als peterselie een schermbloemig gewas is. De akkerbouwer heeft ze een tijdje naast elkaar geteeld in het bouwplan, maar uiteindelijk verkoos hij de peterselie boven de peen, ondanks het hogere saldo van peen. „Het is bij peterselie een uitdaging om een mooi saldo te halen, maar de oogst valt in de goede tijd van het jaar.” Bijkomend voordeel is dat peterselie diep wortelt. „Je zaait min of meer een groenbemester in het voorjaar.” Voor De Jong weegt bodemgezondheid daarmee zwaarder dan financiële opbrengst.
Het is wel een teelt waar je bovenop moet zitten voor een goed saldo, is zijn ervaring. Er wordt meerdere keren per seizoen gemaaid. „Je wilt graag dat ze vier keer komen maaien, het liefst zelfs vijf keer.” Om dat te realiseren, zorgt hij voor een goede bodemstructuur en een mooi zaaibed in het voorjaar. En het gewas aan de praat houden, ook dat is essentieel voor een goede opbrengst. „Dat betekent bijvoorbeeld beregenen na de oogst in een droog maaiseizoen, en stikstof er over na het maaien”, vertelt de akkerbouwer. „Als je dat niet doet, loop je weer opbrengst mis.”
Tekst gaat verder onder de foto
Kruiskruid en zwarte nachtschade
Ook de gewasbescherming wordt meer en meer een uitdaging. „Er is een basisbespuiting voor opkomst, maar na opkomst is het zeer beperkt.” Onkruiden, met name kruiskruid en zwarte nachtschade, kunnen voor veel extra handwerk zorgen. Twee jaar geleden is VNK hier op ingesprongen door te experimenteren met een andere rijafstand: van 12,5 cm naar 20 cm. VNK heeft hiervoor ook geïnvesteerd in een camera-gestuurde schoffelmachine. De ervaringen tot nu toe zijn positief. „Dankzij deze aanpak is er veel minder arbeid nodig.”
Je zou verwachten dat een grotere rijafstand leidt tot lagere hectareopbrengsten maar dat is volgens De Jong niet aan de orde. „Dat dachten wij eerst ook. Maar de uitstoeling van het gewas is veel groter, waardoor het goed dichtgroeit.“