De kloof tussen stad en platteland verkleinen
Trotse Jonge Boeren helpt jongeren aan een bijbaan
Trotse Jonge Boeren is een stichting van jongeren die zich actief inzet om boeren en burgers trots te laten zijn op de hele agri- en foodsector. Ze wil jongeren laten zien waarom het boerenwerk belangrijk is. De club bestaat niet alleen uit jonge boeren. 'Iedereen die zich aangetrokken voelt tot de agrarische sector is welkom', aldus de stichting.
Hart veroverd
Trotse Jonge Boeren vindt het belangrijk om de connectie tussen stad en platteland te herstellen. Daarom wil ze jongeren graag kennis laten maken met de herkomst van hun voedsel door hen een bijbaan aan te bieden bij de boer. Jongeren kunnen hun ervaringen weer doorvertellen aan hun vrienden en familie.
‘Nog geen 1 procent van alle inwoners in Nederland is nog boer’, vertelt Trotse Jonge Boer Corrie van Leerzem. Zelf is ze ‘jammer genoeg’ ook geen boerendochter maar tijdens haar opleiding aan de HAS heeft de varkenshouderij haar hart veroverd. ‘De kloof tussen boeren en burgers is groot.’
Eerst krantenbezorger
Jessica uit Roswinkel wilde gewoon werk. ‘Ik had een baantje als krantenbezorger. Elke dag door weer en wind. Daarom zocht ik iets anders. Via een verjaardag bij een tante kwam ik in contact met Jose en Frank. Ze boden mij een baan in hun varkensbedrijf.’ Het werken bij de boer bevalt Jessica. ‘Het is ontzettend leuk om biggetjes op te zien groeien. Lekker bezig zijn met mijn handen. Jonge biggetjes zijn eerst nog schuw. Later herkennen ze je en zijn ze blij je te zien. Dat contact met dieren is heel fijn. Goed voor dieren zorgen en mooie vitale biggen afleveren, daar draait alles om in de varkenshouderij.’
Biggetjes verleggen
‘Als de zeugen werpen, hou ik het geboorteproces in de gaten’, vertelt Jessica verder. ‘Ik zorg dat de pasgeboren biggetjes meteen goed biest drinken. De eerste moedermelk zit vol energie en antistoffen. Zwakkere biggetjes geef ik na de geboorte een suikerbooster om ze er snel bovenop te helpen. Als het ene moedervarken te veel biggetjes werpt, verleg ik een paar dieren naar een andere zeug zodat ze allemaal genoeg ruimte en voeding krijgen. Ik verhang de warmtelampen bij de biggen en zorg dat de biggennesten schoon en droog blijven. Hygiëne is belangrijk om dieren gezond en fit te houden.’
Liefst bedrijfsleider
Jessica begon al op haar vijftiende met haar baan in de varkenshouderij. Nu verzorgt ze in het weekend en de vakanties 500 moedervarkens en biggetjes. ‘Thuis hebben we jammer genoeg geen boerderij om over te nemen. Mijn ouders hebben banen buiten de sector. Ik ben best een sociaal mens. Maar werken in een supermarkt waar mensen je steeds van het werk houden, is niets voor mij. Daarom koos ik ervoor om na de middelbare school een opleiding te volgen aan de Aeres Hogeschool in Dronten. Later wil ik het liefst bedrijfsleider worden op een zeugenbedrijf. Ik wil het liefst de varkenshouderij over de hele wereld ontdekken. Daarom vertrek ik deze zomer voor een stage naar Canada.’
Forensisch onderzoeker
Haar keuze voor de varkenshouderij verbaast iedereen, aldus Jessica. ‘Vroeger wilde ik graag forensisch onderzoeker worden. De varkenshouderij vind ik nu veel interessanter. Ik weet nu hoe het er in de varkenshouderij echt aan toe gaat. In gesprekken met vrienden verandert hun beeld over de sector vaak doordat ze er meer over te weten komen. Ik zou iedereen adviseren zelf eens een keer een zichtstal te bezoeken. Wel vlees eten of niet. Het zou geen punt van discussie moeten zijn. Gewoon respect voor iedereen. En zeker voor de boer.’
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Varkens Vandaag