LTO Noord vierkant tegen stikstofplan Friesland

Het provinciebestuur van Friesland presenteerde donderdag 31 maart het Uitvoeringsprogramma Stikstof 2030. Onderdeel daarvan is het opkopen van meer dan honderd boerenbedrijven in met name Zuidoost Fryslân. LTO Noord is uiterst negatief in haar oordeel. ‘Het provinciebestuur maakt de verkeerde keuzes. Met de massale opkoop van boerenbedrijven wordt de agrarische en economische structuur in de regio volledig uitgehold. De bereidheid van boeren om nog te blijven samenwerken met de provincie valt hierdoor weg’, aldus LTO-bestuurder Fokke Hut.

Ander daglicht

LTO Noord meldt steeds aan te hebben gegeven dat participatie in gebiedsprocessen van belang is om in die processen ook boerenperspectief als doel te laten gelden. ‘De positieve dialoog hierover met de provincie Fryslân, Groningen en Drenthe was nog steeds gaande. Met dit plan van Fryslân komt dat echter in een ander daglicht te staan. De provincie kiest voor massale uitkoop van boerenbedrijven in de regio. Daarmee zijn er bijna geen mogelijkheden meer om binnen een gebiedsproces rond de Natura 2000 gebieden maatschappelijke opgaven te combineren met perspectief voor de sector.’

Dictaat zonder overleg

‘Voor Fryslân werd tot nu toe gewerkt aan pilotgebieden waar gekeken wordt naar het model voor een succesvol gebiedsgerichte aanpak’, licht LTO Noord verder toe. ‘Een aanpak waarbij de natuur verbetert, aan maatschappelijke opgaven wordt voldaan en boerenbedrijven kunnen blijven bestaan. De sector wordt echter geconfronteerd met een top down-beleid waarbij de overheid zonder overleg dicteert. Met dit top down-beleid wordt de menselijke maat uit het oog verloren. Dit terwijl boeren juist graag samen met de overheid naar oplossingen zoeken.’

Draagvlak weg

Omdat volgens LTO op die manier het draagvlak onder de landbouw voor deze koers ontbreekt roept zij Gedeputeerde Staten van de provincie op om te komen tot een heroverweging van het uitvoeringsprogramma. ‘We willen zo snel mogelijk in gesprek met de Friese politiek’, zegt Hut.