Schade door aardbevingen aan mestkelders Groningse boeren nooit onderzocht
Volgens Pieter Lakeman werd in de inleiding van een rapport van adviesbureau Grondmij in oktober 2015 gesteld dat schade aan een mestkelder van een Groningse boer ‘mogelijk is ontstaan als gevolg van opgetreden aardbevingen’. In zijn stuk aan de enquêtecommissie schrijft hij: ‘Desondanks heeft het CVW schadeclaims met betrekking tot een groot aantal mestkelders afgewezen zonder die kelders te laten onderzoeken op aardbevingen als eventuele schadeoorzaak.’
In beroep
Enkele boeren gingen bij een arbiter in beroep tegen de beslissing van het CVW. De arbiters oordeelden voor de gedupeerden vaak gunstiger dan het CVW en pasten al vanaf augustus 2016 het bewijsvermoeden toe. Een aanpak die drie jaar later door de Hoge Raad werd bevestigd. Voor de meeste boeren was in beroep gaan echter niet mogelijk. Zij moesten het volgens Lakeman ‘als totale leek tegen door de wol geverfde juristen’ opnemen of forse advocatenkosten maken.
Het CVW werd in 2014 als bestuursorgaan van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat opgericht en moest meldingen van schade door aardbevingen afhandelen. In 2019 werd de organisatie weer opgeheven. Het archief met betrekking tot de schadevergoeding is ondergebracht bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Lakeman zegt dat het bewijsmateriaal moet bevatten van het ‘onrechtmatig en schadelijk optreden’ door het CVW jegens gedupeerde boeren. Naar zijn inschatting zijn dat er enkele honderden. Hij vraagt de parlementaire enquêtecommissie om openbaarmaking van alle relevante informatie.
Schadeprocedure
Het Instituut Mijnbouwschade Groningen kent volgens Lakeman doorgaans een fractie van de werkelijke schade als vergoeding toe. Hij adviseert gedupeerden daarom om schadeclaims niet daar maar bij de gewone civiele rechtbank Assen neer te leggen. Lakeman lanceerde een paar maanden geleden zijn platform en overweegt om namens Groningse boeren een schadeprocedure tegen de NAM en/of de Rijksoverheid te beginnen.
Tekst: Thije Jansen
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie