Flevoland zal vaker last krijgen van droge jaren rond 2050
Naast dat er vaker droge jaren zullen komen verwachten de onderzoekers ook dat er vaker watertekorten gaan optreden in Flevoland. Naar verwachting heeft Flevoland rond 2050 één keer in de twintig jaar last van een watertekort. Dat komt doordat de watervraag groter zal worden. Een watervraag (vergelijkbaar met een droog jaar als 2018) zal volgens de onderzoekers toenemen van eens in twintig jaar in de huidige situatie naar eens per twee jaar in de toekomst.
De verhoogde watervraag is vooral het gevolg van een verwachte uitbreiding van de beregeningscapaciteit in de landbouw en verhoogde vraag voor doorspoeling. Daarnaast ontstaat een nieuwe watervraag voor het tegengaan van bodemdaling, aaltjesbestrijding, het tegengaan van hittestress in stedelijk gebied en de koeling van datacentra.
Problemen met zout
Naast de problemen met waterbeschikbaarheid zien de onderzoekers in de toekomst problemen met EC-waarde (geleidbaarheid, weergave van totale zoutgehalte) van het water in de gebieden ten zuiden van Lelystad en tussen Lelystad en Dronten. Dat soort problemen zullen vooral problemen opleveren voor de landbouw. Voor suikerbieten en tarwe-gerst voldoen de EC-waarden van het oppervlaktewater ruimschoots aan de normwaarden en is het water dus geschikt voor beregening. In het gebied ten zuiden van Lelystad (tussen de Larservaart en de Knardijk) voldoen de EC-waarden niet voor beregening van uien en wortelen. Ook voor beregening van aardappelen is dit gebied minder geschikt, evenals het gebied tussen Lelystad en Dronten. Tot slot zijn de westelijke delen van de Noordoostpolder en de noordwestelijke delen van Zuidoost-Flevoland minder geschikt voor beregening van tulpen en fruit.