Praktijkdag Bieten: Inspelen op veranderingen in gewasbescherming
In de veldproef bodemplagen is gekeken naar het effect van teeltmaatregelen op plantwegval door ondergrondse springstaarten. Er is onder meer gewerkt met NKG en ploegen, verschillende groenbemesters als voorvrucht, een vaster zaaibed en wel of geen gebruik van Force. Het kiezen van de juiste voorvrucht en groenbemester is belangrijk. Springstaarten vermeerderen zich bijvoorbeeld beter op italiaans raaigras dan op bladrammenas of gele mosterd. Biet op biet of biet naast biet vergroot de kans op bietenkeverschade.
Schade door bodeminsecten is heel onvoorspelbaar, vertelde IRS-onderzoeker Linda Frijters. „En ook met de juiste middelen heb je ze niet altijd onder controle.” Dat blijkt ook op dit proefveld waar bietenkevers in slechts een paar maanden tijd grote schade hebben aangericht: In het perceel is sprake van een enorme plantwegval. Volgens Frijters is dit een gevolg van problemen met deze kevers in het naastgelegen perceel waar vorig jaar bieten stonden. „Bij de opkomst vielen de problemen daar mee, maar ze konden zich wel volop vermeerderen. De kevers hebben overwinterd op bietenresten die na de oogst zijn achtergebleven. In het voorjaar gingen ze op zoek naar nieuwe voedingsbronnen en die vonden ze op dit perceel. Van bietenkevers is bekend dat ze tot wel 30 meter kunnen lopen.”
De tekst gaat verder onder de foto
Het is echter niet altijd eenvoudig om de vele insecten van elkaar te onderscheiden. En gaat het dan om een nuttig insect of juist een plaaginsect? Een goede diagnostiek is dan ook de basis voor een vervolgstap, zei IRS-onderzoeker Elma Raaijmakers. „De gevleugelde zwarte bonenluis en de gevleugelde groene perzikluis lijken heel erg op elkaar. En ook de eitjes van de bietenvlieg en de eitjes van de zweefvlieg lijken op elkaar. Maar de zweefvlieg is een nuttig insect, de andere niet. Diagnostiek is dan bepalend of je moet ingrijpen of juist niet.”
Met de bladschimmels is het zaak er tijdig bij te zijn. Immers; hoe meer aantasting, hoe minder gezond loof er is voor de groei van de biet en productie van suiker, vertelde Bram Hanse, eveneens onderzoeker bij het IRS. Een vuistregel bij de bladschimmelbeheersing is dat de grond bedekt moet zijn met minimaal één laag gezond (groen) blad. En, zoals vaak het geval is, het begint met een ruim bouwplan. „Hoe ruimer het bouwplan, hoe lager de druk van bladschimmels. Een rotatie van 1 op 3 is wat krap.” Beheersing van schimmelziektes als cercospora is heel belangrijk, benadrukte Hanse. „Als het er eenmaal in zit, krijg je het bijna niet meer weg. Ik denk niet dat we er ooit helemaal van af komen.”
De tekst gaat verder onder de foto
Een nieuwe techniek om onkruiden aan te pakken is de spotsprayer. Deze machine kan met behulp van algoritmes, kunstmatige intelligentie en cameratechniek aardappelopslag en ander onkruid ‘aanstippen’. Met deze techniek wil de loonwerktak van Profytodsd in Creil (FL) de concurrentie aangaan met het handwerk. Onder de kap hangen zes camera’s en 156 spuitdopjes die individueel kunnen worden aangestuurd. De kosten zijn 175 euro per hectare. Dat kan veel klinken, maar, geeft Marc van Dijk van Profytodsd de telers mee, „bekijk hoeveel opslag je op je perceel hebt staan en bedenk dan of dit een oplossing kan zijn.”
Suikergehalte of resistentie?
Het rassenproefveld in Nieuw Beerta is één van de twintig proeven die het IRS dit jaar in Nederland heeft aangelegd om bietenrassen onder praktijkomstandigheden te vergelijken. Er zijn inmiddels veel rassen die een bepaalde resistentie in zich hebben, en op het proefveld wordt duidelijk dat er ook nog het een en ander in de pijplijn zit. Er zijn volgens Martijn Leijdekkers van het IRS nog steeds telers die bij de rassenkeuze de focus leggen op het suikergehalte of de financiële opbrengst. „Kijk eerst naar je perceel en zoek daar de juiste resistentie bij. Dat is veel belangrijker.”
Het praktijkonderzoek heeft in de loop der jaren gezorgd voor sterk stijgende suikergehaltes in de nieuwe rassen. Die stijgende lijn vlakt de laatste pak ‘m beet tien jaar wat af. „Dit is een gevolg van het inkweken van andere resistenties. Robuuste rassen zijn hard nodig, maar hogere suikergehaltes zijn blijkbaar nog lastig om daar in te kweken.” Voor de komende jaren voorziet Leijdekkers een uitbreiding van het aanbod van rassen met hoge bladgezondheid en/of Conviso One resistentie. Ook aan het inkruisen van vergelingsziekteresistentie wordt hard gewerkt, maar dit onderzoek vergt mogelijk nog enkele jaren.
De tekst gaat verder onder de foto
Ook Sjef van der Heijden van het IRS ziet grote pluspunten bij Conviso Smart, zeker nu het middelenpakket steeds smaller wordt. Al ziet hij nog wel een paar haakjes en oogjes. In de onkruidbestrijding zijn de eerste bespuitingen het meest cruciaal. „Dan moet je ze pakken. Als ze al wat groter zijn, wordt dat steeds lastiger, en moet je met hogere doseringen werken.” Onkruidbestrijding in de bietenteelt zal meer en meer een kwestie worden van een combinatie van chemisch en mechanisch, verwacht hij. Uitgangspunt moet hierbij volgens hem wel zijn: wat past bij jou en jouw percelen. Helemaal mechanisch ziet hij nog niet zo zitten. „Je krijgt die laatste onkruiden niet goed weg.”