Insectenkwekerij en gemeente zitten niet te wachten op productieonderzoek

Om die reden stapte de gemeente naar de Raad van State. Zij wil voorkomen dat ze een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland moet uitvoeren. Die droeg de gemeente eerder op om in het kader van een schadezaak opnieuw te bekijken, of, en in hoeverre Wadudu de afgelopen jaren meer insecten en maden heeft geproduceerd dan volgens het bestemmingsplan en de vergunning was toegestaan. Aan de hand van die omzet- en productiegegevens kan de rechter dan bepalen of, en voor hoeveel schadevergoeding de inmiddels verhuisde buren in aanmerking komen.
Zowel de gemeente als Wadudu zien dat niet zitten, omdat ze dan mogelijk ook de gehele vergunningsprocedure moeten overdoen. Volgens Wadudu is er in de Beilense vestiging de afgelopen jaren altijd alleen maar onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor agrarische productie van insecten en maden. Pas vorig jaar heeft Wadudu in Hoogersmilde een productiebedrijf opgestart. In Beilen blijft het bedrijf experimenteren en onderzoek doen.
Schade
Ex-buurman Luuk Oosting gelooft daar geen snars van en zei tijdens de rechtszaak in Den Haag tegen rechter en staatsraad Ben Schueler dat hij en zijn vrouw heel veel materiële en immateriële schade hebben geleden,„wij zijn noodgedwongen verhuisd”, omdat mijn vrouw en ik de stank en andere overlast niet meer aankonden.
Maar als ik had geweten dat Wadudu de productie van maden en insecten naar Hoogersmilde zou overbrengen was ik nooit verhuisd. Door al die ellende die ik vijf jaar lang met het bedrijf heb meegemaakt heb ik mijn huis ver onder de waarde moeten verkopen. Het gaat om heel veel geld.” Oosting maakte aan de hoogste bestuursrechter duidelijk dat hij het liefst zo snel mogelijk met de gemeente Midden-Drenthe om tafel wil om over een redelijke schadevergoeding te kunnen praten.
Buitenspel
Maar de gemeente ziet dat anders. In plaats van overleg stapte Midden-Drenthe vandaag naar ’s lands hoogste bestuursrechter om Oosting min of meer juridisch buitenspel te zetten. Volgens de advocaat van Midden-Drenthe heeft Oosting na zijn verhuizing geen enkel procesbelang meer in de slepende kwestie over de vergunning van Wadudu. Want hij zou geen overlast meer hebben. Eerder droeg de rechtbank Noord-Nederland de gemeente evenwel op nog eens nader onderzoek te doen of Wadudu de afgelopen jaren mogelijk meer insecten en maden heeft geproduceerd dan was toegestaan.
Volgens de rechtbank heeft Oosting nog wel degelijk procesbelang, omdat hij een schadezaak wil beginnen. Midden-Drenthe heeft geen zin om nader onderzoek te doen en vroeg om die reden aan de Raad van State de rechtbankuitspraak te schorsen. Alleen leek staatsraad Schueler daar niet erg voor te porren. Die benadrukte dat het zowel in het belang van Oosting, als Wadudu is als de gemeente haast maakt met een aanvullend onderzoek,”en als de gemeente vindt dat ze al voldoende onderzoek heeft gedaan kan zij dat eveneens snel in een nieuw besluit neerleggen.”
Geen cent
Midden-Drenthe vindt overigens dat Oosting geen enkele schade heeft geleden en wil geen cent schadevergoeding uitkeren. De raadsman van de gemeente zei dat Oosting in een bedrijfswoning op het bedrijventerrein woonde. En ook al stond zijn huis maar op 27 meter van de insectenkwekerij, hij en zijn vrouw zouden er geen onaanvaardbare last van hebben gehad. Temeer daar Wadudu in Beilen alleen maar onderzoek deed en nooit commercieel zou hebben geproduceerd.
De woordvoerder van Wadudu bevestigde dat en benadrukte dat in Beilen altijd alleen maar onderzoek is gedaan en dat pas in Hoogersmilde met de echte productie is begonnen. Volgens Oosting is dat een aperte leugen, „ze liegen alles bij elkaar”. Uit een rapport van de RUD(Regionale Uitvoerings Dienst Drenthe, red) blijkt dat zonneklaar.
„En ik heb talloze emails van Wadudu met een toezegging dat ze de productie zouden verplaatsen zodra ze genoeg geld hadden verdiend voor het bedrijf dat ze nu in Hoogersmilde hebben geopend.” Staatsraad Schueler zei dat het om een juridisch complexe zaak gaat en dat hij binnen enkele weken uitspraak doet.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Agrio archief