Derogatie beïnvloedt areaal Noordelijk weidegebied niet
Sinds de eeuwwisseling varieerde het graslandareaal in het Noordelijke weidegebied jaarlijks namelijk nooit meer dan een paar duizend hectare op het totaal. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Er is geen waarneembaar effect door de invoering van de derogatie in 2017. Daardoor gold tot vorig jaar niet 170 kilo stikstof uit dierlijke mest als maximaal toegestane hoeveelheid per hectare net zoals voor bouwland, maar 230 of 250 kilo. Zoals het er nu naar uitziet vervalt deze extra bemestingsruimte met dierlijke mest dit jaar.
Landelijk wel groei
Landelijk steeg het areaal grasland in 2021 naar 984.000 hectare, een stijging van 6000 hectare in een jaar tijd. Vergeleken met het jaar 2000 kwam er landelijk meer dan 75.000 hectare grasland bij. Vanaf 2017 groeide het areaal versneld, met 56.000 hectare. Het landelijk wel toegenomen graslandareaal komt voor het grootste deel voor rekening van de niet traditionele weidegebieden. In de categorie ‘overige regio’s’ groeide het graslandareaal in het tijdvak van 2000-2021 namelijk van 181.000 hectare naar 226.000 hectare.
Veel minder zuidelijk grasland
Net als het Noordelijke weidegebied is het areaal grasland ook in het Westelijke weidegebied al jarenlang heel stabiel. Het Westelijke weidegebied is in omvang echter aanzienlijk kleiner, namelijk 162.000 hectare in plaats van 251.000 hectare. Zuid-Nederland telt vergeleken met de andere windstreken duidelijk het minste grasland: 106.000 hectare in 2021.