LTO: ‘Derogatiebeschikking maakt van kringlooplandbouw een utopie’
LTO kraakt harde noten en voegt daaraan toe dat niet alleen het verdienvermogen van ‘ex’-derogatieboeren wordt aangetast. Ook boeren die tot nog toe nooit derogatie hebben toegepast, zien hun verdienvermogen afnemen. De conceptbeschikking bevat veel extra voorwaarden, die veel verder gaan dan het afbouwen van de uit te rijden hoeveelheid stikstof.
Schijnoverwinning
LTO omschrijft het binnenhalen van de derogatie als een schijnoverwinning. „Meer dan ooit heeft de sector behoefte aan perspectief. De Nederlandse overheid zal terug moeten naar Brussel om daar met de vuist op tafel te slaan en steviger te onderhandelen”, aldus LTO Nederland.
De Europese commissie benadrukt dat de beschikking is opgesteld met de insteek de transitie van de landbouw, zoals beschreven in het NPLG, te ondersteunen. LTO acht dat gezien alle onduidelijkheden rondom de invulling van het op stapel staande beleid volstrekt onwerkbaar.
LTO pleit dan ook voor het aanmerken van 2023 als overgangsjaar, vereenvoudigingen binnen het GLB en het uitstellen van de middelenvoorschriften uit het 7e Actieprogramma Nitraat tot 2024. Tegelijkertijd roept ze de Tweede Kamerleden op zich uit te spreken over hoe zij de voorwaarden uit de conceptbeschikking willen rijmen met het bieden van een gezond toekomstperspectief aan de sector.
Hieronder een beknopt overzicht van de meest ingrijpende maatregelen. Later op de dag verschijnt op deze site een uitgebreid overzicht van wat de conceptbeschikking precies omhelst.
Aanwijzen van ‘verontreinigde’ gebieden
Nederland moet uiterlijk 1 januari 2024 gebieden aanwijzen waar de waterkwaliteit slecht. Het gaat daarbij volgens de beschikking om gebieden waar in het water een overmaat aan nutriënten aanwezig is of gebieden waar het risico bestaat dat er teveel nutriënten in het water terecht komen. Zolang er geen definitieve aanwijzing is heeft het Nitraatcomité bepaalt dat de volgende gebieden als ‘verontreinigd’ worden aangewezen: de Zuidelijke en Centrale zand- en lössgronden en de gebieden uit de Nationale Analyse Waterkwaliteit (2020, PBL) die een gemiddeld tot slechte waterkwaliteit hebben. Deze gebieden krijgen direct te maken met een extra korting op de gebruiksnorm.
Uitsluiten van gebieden
Naast deze gebieden bevat de conceptbeschikking ook een aantal gebieden waar derogatie per 1 januari 2023 direct vervalt. Het betreft hier de grondwaterbeschermingsgebieden, Natura2000-gebieden en een nog nader te omschrijven bufferzone rondom de Natura2000-gebieden. Deze laatste gebieden zijn straks terug te vinden in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) 2023. Voor deze gebieden stopt de mogelijkheid tot deelname aan derogatie op 1 januari 2024.
Bemestingsplan en mestplafonds
De verplichting tot het opstellen van een bemestingsplan inclusief gewasrotatieschema blijft ook tijdens het afbouwen van de derogatie van kracht. Vanaf 1 januari 2025 komt daar de verplichting bij dat het kunstmestgebruik, mestproductie en mestaanwending digitaal geregistreerd moeten worden.
De mestproductieplafonds worden flink naar beneden bijgesteld en zijn voor 2025 vastgesteld op 440 miljoen kilo stikstof en 135 miljoen kilo fosfaat.
Bufferstroken
Langs alle waterlopen in Nederland komen bemestingsvrije bufferstroken. De breedte van deze stroken is afhankelijk van de ecologische gevoeligheid van de waterloop, het areaal dat een bufferstrook beslaat en het waterbergend vermogen van de waterloop.
Dit alles moet gecontroleerd gaan worden door het uitrollen van de versterkte handhavingsstrategie voor mestfraude en de invoering van het digitale vervoersbewijs voor dierlijke meststoffen op 1 januari 2023.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ellen Meinen
Bron: LTO Nederland