'Taskforce inzetten om bodemvruchtbaarheid Flevopolders te behouden'
In het rapport 'Van bodemdilemma's naar integrale verduurzaming' wijst de RIDLV op de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van boeren, toeleveranciers, afnemers, overheid en maatschappij voor het bodembehoud. De raad koos voor de casus Vruchtbaar Flevoland omdat daar te zien is dat in slechts één generatie boeren problemen ontstaan in het bodembeheer. Telers gaan door structuurproblemen en kortetermijn winstmaximalisatie over op diepploegen, terwijl dat een maatregel is die niet altijd goed uitpakt en bovendien maar eenmalig kan gebeuren, schrijven opstellers Sjef Staps en Coen ter Berg in het rapport.
Jonge gronden
De hoeveelheid jonge grond die al gediepploegd is ligt net boven de 3 procent. Boeren kiezen voor intensievere bouwplannen en meer rooivruchten ten opzichte van rustgewassen als graan. Ze oogsten later, onder moeilijkere omstandigheden. Volgens Staps wordt die ontwikkeling versterkt door de oplopende grondprijs in (geliberaliseerde) pacht en verkoop. Staps noemt ook de opheffing van het melkquotum als drijvende kracht achter grondprijzen. Naast deze factoren spelen het uitblijven van winters door de klimaatverandering en de natuurlijke inklinking van de poldergrond mee in het verslechteren van de structuur. In een grafiek toont Staps dat de prijs die de boer terug moet verdienen met de grond sterk is opgelopen, terwijl de toegevoegde waarde per hectare in de akkerbouw en melkveehouderij al jaren praktisch gelijk blijft.
Sleutels
De opstellers van het rapport geven wel sleutels om met een sterkere samenwerking druk op de grond te verlagen en bodemvruchtbaarheid te behouden. Hij noemt ketenverkorting, samenwerking tussen schakels in de keten, transparatie, regionalisering, een betere band tussen consument en producent en kennisuitwisseling als mogelijke oplossingsrichtingen.
Kritische boeren
Boeren die meewerkten aan het project zijn kritisch op de oplossingsrichtingen. Anton van Vilsteren wijst op de marktconforme prijzen die gelijk blijven, ook als afnemers zich voor duurzaamheid gaan inspannen
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Van Werven