Column: Verlies derogatie mede door watermodel
De nieuwe derogatiebeschikking die deze week per ongeluk op de website van de Europese Commissie werd gepubliceerd, is niet de druppel die de boerenemmer doet overlopen. Die emmer stroomt al een tijdje over. Het is wel een nieuwe klap in het gezicht van veel boeren die binnen de strenge mestwetgeving een boerininkomen proberen te verdienen. Het gebruikte jargon is ook tenenkrommend, want het Ministerie van LNV en de Europese Commissie hebben het tegenwoordig over ‘vervuilde’ gebieden, omdat de waterkwaliteit nog niet goed genoeg is. Boeren laten echter al jarenlang zien dat de waterkwaliteitsnormen prima te halen zijn onder derogatiebedrijven. De kwaliteit is nog onvoldoende op de zandgronden bij de niet-derogatiebedrijven. En bij het oppervlaktewater. De vraag is waarom?
Donkerrood
Op kaartjes van de Europese Unie kleurt Nederland donkerrood als het gaat om de waterkwaliteit. Stichting Agrifacts bracht al eens naar buiten dat Nederland aan veel meer kleine watergangen een kwaliteitsnorm heeft gehangen dan andere landen en dat die normen dermate streng gekozen zijn dat er bijna niet aan is te voldoen. Maar er blijkt nog een andere factor te zijn die zorgt voor de dieprode kleur. En dat is de keuze die Nederland heeft gemaakt om te bepalen hoe we in Nederland de waterkwaliteit bepalen. Net als bij de Habitatrichtlijn bepalen lidstaten zelf hoe ze de waterkwaliteit monitoren. En die Nederlandse keuze lijkt extra negatief uit te pakken.
Expert Judgement
Uit een Europees onderzoek uit 2016 van Geoff Phillips en Jo-Anne Pitt blijkt dat de Europese landen vijf verschillende methodes gebruiken om de waterkwaliteit te monitoren. Het rapport noemt er eigenlijk zes, maar binnen die laatste categorie ontbreekt monitoring. Die landen zijn er blijkbaar ook nog. De meeste landen blijken volgens dit onderzoek te doen aan Expert Judgement, dat betekent dat iemand met kennis van zaken het in de gaten houdt. Dus iemand die gewoon met het blote oog kijkt en eventuele metingen interpreteert. Iemand die zegt dat de waterkwaliteit goed of matig of slecht is, en dan is dat zo.
Meten is toeval
Er zijn ook landen die vooral meten op bepaalde stoffen en dan dient de gemeten waarde onder een vastgestelde norm te zitten. Het nadeel hiervan is dat waterkwaliteit enorm varieert in tijd en ruimte. Dus als het veel regent is de waterkwaliteit veel beter. Dus het zegt niet altijd iets over de werkelijke kwaliteit. Het is afhankelijk van toeval. Dat kun je dan weer oplossen door het te gaan modelleren. Dat doet alleen Zweden en dan zie je direct dat dit in de officiële rapportage leidt tot een slechte waterkwaliteit. Wie wel eens in Zweden is geweest, ervaart dat heel anders. Daar vullen toeristen gewoon hun jerrycans met water uit de vele meertjes, omdat het juist zo goed van kwaliteit is. Net als bij Aerius weten we dat modellen een eigen werkelijkheid creëren met afwijkingen die er tot 100 procent naast kunnen zitten. Daar lijkt Zweden last van te hebben.
Regressie analyse
Nederland is één van de drie landen die voor een regressie analyse hebben gekozen. De andere twee zijn Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Die liggen niet binnen de Europese Unie en hebben dus geen last van regels uit Brussel. De definitie van regressie analyse is: een statistisch analyse waarbij je de afhankelijke variabele “waterkwaliteit” probeert vast te stellen door een mix van metingen en onafhankelijke variabelen uit een model. Deze omschrijving komt van Irene van der Marel, tegenwoordig beleidsmedewerker bij de NMV, maar zij werkte voorheen in Wageningen aan een stikstofmodel voor de bodem.
Toonaangevende modelleurs
Nederland gebruikt voor waterkwaliteit dus ook een model, net zoals bij stikstof en dat lijkt dus wederom negatief uit te pakken voor de uitkomsten. Mijn vraag aan Van der Marel was, waarom Nederland telkens voor die modellen kiest. Zij verklaart het doordat Wageningen UR wereldwijd toonaangevend is op het gebied van modellen voor voedselproductie. Daardoor is het idee ontstaan dat we ook op andere beleidsterreinen veel kunnen bereiken met modellen. Alleen lijkt dat in de praktijk uit te monden in onhaalbare waternormen. Net als bij stikstof.
Herkomst
Zo’n regressieanalyse zegt bovendien niks over de herkomst van stoffen. De sterke groei van de ganzenpopulatie bijvoorbeeld vermest de waterkwaliteit ook. Riooloverstorten doen dat en dan zijn er nog allerlei natuurlijke processen en slib met historische ophoping in waterbodems die van invloed zijn. De gevolgen van dit soort analyses, waaronder het verspelen van de derogatie, worden vooral bij de landbouw neergelegd, waardoor er straks nauwelijks nog sprake is van een rendabele bedrijfsvoering voor boeren.
Den Haag
Van der Marel, die dus zelf aan modellen werkte, stelt dat we in Nederland beter kunnen stoppen met die regressie analyse. Zij pleit nu voor Expert Judgement, omdat er dan geen juridisch keiharde getallen op tafel hoeven te komen, en de politieke afweging over consequenties meegenomen kan worden in het beleid. Een interessante gedachte die de landbouwsector best eens onder de aandacht kan brengen in Den Haag.