Gebiedscoöperatie Westerkwartier failliet door gebrek aan structurele inkomsten

„De gebiedscoöperatie dreef op inkomsten uit projecten. Daarbij is een structurele organisatie niet flexibel genoeg om op projectbasis te werken”, aldus Koos Wiersma, tot voor kort voorzitter van Westerkwartier over het faillissement. Met andere woorden de gebiedscoöperatie had structurele uitgaven, terwijl het geld maar per project binnenkwam. „Daarbij waren er bij mijn aantreden anderhalf jaar geleden nog zes mensen in dienst. In FTE’s was dat minder. Maar in het verleden waren er dat veel meer, variërend tussen de tien en de twintig."

Regionale gebiedscoöperatie

Het plan was dat er vanuit de provincie Groningen een regionale gebiedscoöperatie van de grond zou worden getiteld, als overkoepelende organisatie voor alle gebiedscoöperaties in de provincie. Die zouden de administratieve taken voor alle coöperaties kunnen doen. Op die manier heb je als afzonderlijke organisaties namelijk veel minder overhead. Maar dat kwam niet snel genoeg van de grond.” Wiersma zegt dat het nu aan de curator is, hoe het faillissement wordt afgewikkeld.

Eén loket

„We zijn tien jaar geleden met de coöperatie gestart om een aantal aanbieders samen te brengen die daarvoor ook al samenwerkten”, blikt Alex Datema terug, die uitermate jammer vindt dat de gebiedscoöperatie het loodje moest leggen. Naast de landbouw ging het om natuurorganisaties, provincie, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. „We wilden samen producten op de markt brengen en gebiedsmaatregelen onderbrengen in één organisatie. Ook voor de provincie was het makkelijker om één aanspreekpunt te hebben voor een gezamenlijk natuurbeheer. Daarnaast voerden we diverse projecten uit samen met onderwijsonderstellingen. Maar we hebben ook samen de bouw een plan bedacht voor huizenbouw in de regio. Daarnaast hadden we een regionaal samenwerkingsproject met zorginstellingen om bijvoorbeeld mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een zinvolle taak te geven in de landbouw.”

Afhankelijk van projectsubsidies

Maar een structurele inkomstenbron ontbrak, constateert ook Datema. „De coöperatie bleef afhankelijk van projectsubsidies. Bijvoorbeeld het project Reframe waarbij met EU-subsidie de opdracht kregen om een slimme regionale voedselketen op te zetten.”

Datema vindt het qua timing helemaal zonde ontzettend zonde dat de organisatie het niet heeft kunnen redden. „Als je ziet wat er nu allemaal op de landbouw afkomt, zou het heel mooi zijn als je in de regio één gebiedscoöperatie zou hebben waarin zowel de landbouw, de provincie, het bedrijfsleven en instellingen uit het onderwijs en de zorg vertegenwoordigd zijn. Die gebiedsgerichte aanpak hoor je ook terug in de woorden van stikstofbemiddelaar Johan Remkes.”

Nog geen nieuws

Als curator na het faillissement is mr. Bakker van Benk Advocaten aangewezen. Deze kan in dit stadium van de afwikkeling geen nadere mededelingen doen over een eventueel vervolg van de gebiedscoöperatie.