RIVM blundert opnieuw met vaststellen grootste ammoniakuitstoters
Naar aanleiding van een Wet Open Overheid (WOO)-verzoek over de locatiegegevens van de honderd grootste ammoniakuitstoters ontvingen varkens- en pluimveehouders een brief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Boeren konden de afgelopen tijd contact opnemen met het RIVM als ze van mening waren dat de verkeerde data is gebruikt voor de stallocatie. Na een reactie van een veehouder kwam het rijksinstituut erachter dat het onderliggende databestand ernstige gebreken bevatte en dat dus de Top 100 (met tien industriële bedrijven en negentig stallocaties die gekoppeld zijn aan veehouderijen) niet correct is vastgesteld. In april was dit ook al het geval.
De fout houdt in dat de Emissieregistratie praktijkcorrectiefactoren als gemiddelden toepaste, in plaats van dat voor elk stalsysteem specifieke emissiefactoren werden vastgesteld. Daardoor vielen bij sommige ondernemers de emissiefactoren te hoog uit, terwijl andere stallocaties juist te lage waardes toegekend kregen. Sommige varkens-en/of pluimveehouders kunnen daardoor onterecht op de lijst met de honderd grootste ammoniakuitstoters zijn gezet. Het RIVM heeft daar oprecht spijt van.
Intern onderzoek
Naast de fout bij het vaststellen van de Top 100, werkt de blunder ook door in andere producten van het RIVM, zoals de Grootschalige Concentratie Kaarten Nederland (GCN). Hierop wordt de ammoniakuitstoot in Nederland weergegeven. De instantie voert een intern onderzoek uit naar de gevolgen van deze onjuiste berekeningen. Voor het einde van deze maand moet de precieze impact bekend zijn. Hiervoor wordt ook een externe partij ingeschakeld. Daarnaast gaat het RIVM ook evalueren hoe deze fouten ontstonden.
Systemen extern laten toetsen
Van der Wal laat in een reactie weten de gang van zaken te betreuren „We hebben het hier over mensen en hun bedrijf. Het mag niet zo zijn dat jouw bedrijf wordt aangemerkt als één van de grootste ammoniakuitstoters in dit land, terwijl berekeningen niet kloppen en dus niet is vast te stellen of deze bedrijven terecht op de lijst staan. We moeten erop kunnen vertrouwen dat de informatie die aangeleverd wordt door een onafhankelijk instituut als het RIVM klopt. Ik wil dat het RIVM zo snel mogelijk met meer duidelijkheid komt en de systemen extern laat toetsen. En ik vraag het ministerie van VWS, als eigenaar van het RIVM, om hiertoe opdracht te geven.''
Van der Wal wil zo snel mogelijk een inhoudelijke duiding over de oorzaak en gevolgen van de fout. Verder wil de minister naar aanleiding van het interne onderzoek een gesprek met het RIVM. De minister zal de Tweede Kamer later dit jaar informeren over de impact op de lopende zaken en vervolgacties.
LTO: 'gênante en kwalijke vertoning'
LTO Nederland spreekt van een gênante en kwalijke vertoning, waaruit blijkt dat generieke modellen in de stikstofaanpak volstrekt ongeschikt zijn.
„Gênant en met consequenties. Deze vertoning is niet anders te verwoorden,” zegt Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland. „Er is door diverse organisaties en wetenschappers brede kritiek geuit op het gebruik van generieke modellen voor de aanpak van individuele ondernemers. Telkens hebben we opgeroepen zaken van onderop in gebieden aan te pakken, niet vanuit onzekere modellen die wellicht een algemeen beeld geven maar buitengewoon wiebelig zijn op bedrijfsniveau. Boven op ons principiële standpunt over onteigening is de opnieuw aangetoonde onbetrouwbaarheid van modelmatig goochelen een belangrijke reden om stikstofreductie alleen op basis van vrijwilligheid te doen. Een gedwongen aanpak van bovenaf is juridisch, praktisch en moreel niet volhoudbaar. Dat zou de minister nu ronduit moeten erkennen.”
LTO, heeft kritiek geuit op de manier waarop de stikstofmodellen worden ingezet. Die kritiek wordt gevalideerd door het feit dat het zelfs een instituut als het RIVM niet lukt om een top honderd met ammoniakuitstoters op te stellen. De gebruikte data voor stallocaties bevatten onjuistheden 'Vervolgens zijn de foutieve databestanden ook nog door het RIVM gebruikt bij het maken van de GCN-kaarten. Ook heeft dit mogelijk gevolgen voor andere producten van het RIVM. Hier moet zo snel mogelijk duidelijkheid over komen, het spreekt voor zich dat betreffende producten niet gebruikt kunnen worden. Dit alles toont wederom duidelijk aan dat wetenschappers kritische vragen dienen te stellen, maar daar ook ontvankelijk voor moeten zijn.'
Lijst piekbelasters geen basis
Na deze fouten is het volgens LTO duidelijk dat een lijst van piekbelasters, waar nog een rekenslag overheen moet gaan om van emissie naar depositie op natuurgebieden te komen, geen basis biedt voor dwingende maatregelen. Alleen op vrijwillige basis, waarbij boeren én andere ondernemers zelf kiezen voor verdere verduurzaming, verplaatsen of stoppen kan beleid standhouden, vindt LTO.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ruth van Schriek
Bronnen: Rijksoverheid, LTO