Overnameproces verloopt spelenderwijs
'Elkaar versterken' is de formule

Herbert (35) en Laura wonen met hun twee kinderen in Nieuw-Weerdinge, waar Herbert het jongvee van het bedrijf onder zijn hoede heeft. Overdag echter laten beiden zich vaak in Emmer-Compascuum zien. Ook daar kan Laura namelijk de boekhouding van het dagverblijf doen en ziet ze bovendien de ‘zorgkinderen’ van 4 tot 14 bezig op het bedrijf. Samen met Dideke, de vriendin van Herberts broer Jos (27) zit ze dikwijls achter de laptop op het kantoor van het melkveebedrijf, met uitzicht op de koeien.
Communicatie
Overleg vindt vaak informeel plaats, volgens Laura; „Ik kan wel thuis gaan zitten, maar hier krijg ik alles mee betreffende het reilen en zeilen op de boerderij. Dan gaan communicatieve dingen vrijwel vanzelf.” Dat is des te belangrijker omdat Dideke en Laura ‘niks met boeren’ hadden, voordat zij de jongens Bom leerden kennen. Dideke: „Wij komen echt uit de stad, namelijk uit Zwolle en Deventer. En we willen niet meer terug.”
Taakverdeling
Ieder heeft zo zijn of haar eigen taken op het bedrijf, maar de verschillende specialisaties kunnen ze indien nodig ook van elkaar overnemen. Moeder Janneke bijvoorbeeld is er met name voor de kalveren. En ze melkt, net als vader Anjo. Jos monitort en onderhoudt de vergister en neemt het rantsoen en het voeren voor zijn rekening. Herbert verzorgt het jongvee, dat als het drachtig is weer terug gaat naar Emmer-Compascuum, en regelt eventuele vergunningen.
Geen harde datum
Die overname, hoe gaat dat in z’n werk? Jos en Herbert praten erover alsof het niet zoveel voorstelt, maar dat is niet juist. Zo líjkt het misschien, omdat het allemaal zo makkelijk gaat in Emmer-Compascuum. En natuurlijk is er overal wel ‘ns wat, zeggen de broers. „Maar dat overname-proces loopt eigenlijk al heel lang, dat gaat ook bijna vanzelf. Daar zit geen harde datum aan. Er is dagelijks overleg, niet formeel maar onder andere bij de gezamenlijke maaltijd." De broers vrijwel tegelijk: „We zijn er gewoon in gegroeid.”
Dankbaarheid
Gaan jullie, nu nog jonge, ouders dan binnenkort het bedrijf aan jullie overdragen, en wellicht verhuizen? „Ha nee! Daar is absoluut geen sprake van. In onze visie kunnen onze ouders gewoon hier blijven, wonen én meedraaien. Werken en overleggen. Het is juist fijn dat ze blijven bijdragen met arbeid en ideeën!” Dat gaat ook wel eens anders in de agrarische wereld, zeker nu jullie vrouw respectievelijk vriendin ook al meedraaien in het bedrijf? „Ja, daarvan zijn we ons bewust. Hier zijn geen eilandjes, wij werken in vertrouwen met elkaar.” De broers proberen een deel van de voor hen vanzelfsprekende samenwerking te verklaren door het feit dat hun oma ook altijd is blijven wonen en meewerken op de boerderij. „We zijn dat dus ook gewoon gewend”, zegt Herbert. Hij vat het mooi samen; „We zien elkaar, of onze ouders niet als eventuele belemmering, maar als versterking.” Vader Anjo vult aan; „We weten heel goed dat dit bij anderen wel eens anders gaat! Moeder Janneke: „En, we zijn hier dan ook heel dankbaar voor.”
Dankbaar is voor hen het goede woord; „Zo samen een bedrijf (blijven) runnen; dat is prachtig. En dat heeft meer voordelen dan nadelen.”