Vijftien gebundelde hartenkreten van boeren voor minister Adema
In het Groninger Westerkwartier is in augustus van dit jaar een beweging op gang gekomen, die resulteerde in de bundeling van vijftien persoonlijke verhalen van boeren. Jurist Fokko Oldenhuis uit Enumatil vroeg zijn buurtgenoot Jori Wolf uit Den Horn, wat er nu eigenlijk allemaal gaande is in het landelijk gebied. Ook Alex Datema uit Briltil sloot zich bij hen aan. Het drietal, met achtergronden in rechtsgeleerdheid, natuurbeheer en landbouw, voelde dat het tijd was om op te staan.
Eerlijke verhalen
De vraagstukken zijn complex en het drietal wilde daarom eerst het veld in kaart brengen. Ze gingen op zoek naar ‘eerlijke verhalen van pure mensen’ en in heel Nederland de boer op bij grote en kleine bedrijven, jonge en minder jonge boeren, gangbare en biologische bedrijven. De vraag die ze hen stelden was: ‘Beste boer, wil je in begrijpelijke taal in maximaal 1000 woorden voor ons opschrijven wat je het meest dwarszit of frustreert?’.
Glasheldere wanhoop
Al bij de eerste inzending spatte de wanhoop van het papier af, in glasheldere taal, aldus de drie initiatiefnemers: ‘De inzenders kenden elkaar en elkaars teksten niet. Ieder schreef zijn of haar eigen verhaal. De brieven laten het licht vallen op de redelijk denkende boer, die decennia erop vertrouwde dat hij samen met ‘zijn’ overheid het wel zou klaren.’
Adema zei gelijk ‘ja‘ op de uitnodiging en was 2 december op bezoek in het Groninger Westerkwartier om de gebundelde brieven in ontvangst te nemen en erover in gesprek te gaan. Adema bleef een uur langer praten dan gepland.
De nood is hoog
Het drietal zegt geraakt en ontdaan te zijn door de toon en inhoud van de brieven. ‘De nood is hoog en toch spreekt er ook hoop uit en vooral liefde voor het vak, het bedrijf en het landschap. En dat zijn fantastische bouwstenen om mee verder te gaan. Er ontvouwt zich een gemene deler in de brieven, het probleem is nog duidelijker geworden.'
In de steek gelaten
Boeren voelen zich in de steek gelaten door de overheid, aldus de drie Groningers. 'Daar sta je dan als individuele boer met je kostbare investeringen in bijvoorbeeld injecteermachines, emissiearme vloeren en onbetaalbare hectares. De stip aan de horizon stond steeds ergens anders. De overheid die jarenlang de hoeder en de leider was van de landbouw en vaak trouw gevolgd werd, lijkt nu ineens tegenover de boer te staan, die voor zijn gevoel precies gedaan heeft wat de overheid van hem vroeg.’
Onbetrouwbare partner
‘Ook Remkes legt in zijn laatste rapport, Wat wel kan, de vinger op de zere plek', vervolgen . De overheid was in dit dossier een onbetrouwbare partner, terwijl nu juist het beginsel van het opgewekt vertrouwen een kernbeginsel van ons recht is. Vanwege de ongelijke machtsverhouding en de grote afhankelijkheidsrelatie is het essentieel dat het vertrouwensbeginsel tussen boer en overheid optimaal functioneert. Vertrouwen win je niet makkelijk terug, maar we hebben haast. We willen allemaal een gezonde samenleving en leefomgeving, maar het systeem is ‘ziek’ en werkt tegen in plaats van mee om een beweging op gang te krijgen. Zowel boer als natuur zijn daar nu de dupe van. In sommige gebieden is het voor de natuur èn voor het boerenbedrijf twee voor twaalf.’
Boer wil wel
De boeren die de brieven schreven hebben heel diverse bedrijven en achtergronden, constateren Oldenhof, Wolf en Datema. ‘Maar er is één overeenkomst: de boer wil wel. Is trots op zijn vak, wil van betekenis zijn voor maatschappij en landschap, wil vooral boer blijven en de volgende generatie die mogelijkheid ook gunnen. Om dat te kunnen doen is hij bereid om zaken anders aan te pakken in de toekomst.'
Naast de boer
Dat vraagt volgens het drietal een duidelijke overheid, die naast de boer gaat staan. 'Zodat ze samen kunnen kijken welke richting ze op moeten en wat er van alle andere betrokkenen, zoals samenleving en de ketenpartijen, nodig is. In de openhartigheid van de brieven kun je een uitgestoken hand zien van de boer die graag mee wil doen in de maatschappij en die samen met de overheid wil bouwen aan de toekomst. Precies die openhartigheid is een belangrijke eerste stap. Alleen dán komt er beweging.’
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ministerie van LNV