Akkerbouwer Marco Klaver: ‘Opbrengsten moeten weer veel meer centraal staan’
Samen met zijn vrouw Jeanne runt Marco Klaver (60) meerdere bedrijven. Zo hebben ze naast het akkerbouwbedrijf ook een koel- en verwerkingsbedrijf. In de akkerbouwtak heeft Klaver samen met acht vaste medewerkers en vier tot zes oproepkrachten zo’n 400 hectare ‘mooie zavelgrond’ in beheer. Het hoofdgewas is aardappelpootgoed. Daarnaast telen ze een derde granen en een derde bieten, wortelen en zaaiuien.
Als akkerbouwer heeft Klaver zelf weinig met machines. Daar heeft hij de juiste mensen voor. Zijn grote passie is de teelt. Daarbinnen zijn genetica en de bodem grote inspiratiebronnen. Zijn overstijgende motto komt neer op ‘meten is weten’: continu is hij druk met data, onder meer uit de bodemmonsters die hij wekelijks laat nemen. Deze combineert hij met inzichten uit onderzoeken en resultaten van eigen proeven. Hiervoor reserveert hij jaarlijks minimaal 20.000 euro.
Driehoek
Met opbrengstverhoging als missie, mist Klaver de traditionele driehoek van onderwijs, onderzoek en voorlichting, die vroeger volgens hem ook in ons land sterk opbrengstgericht was. Bij gebrek aan Nederlands fundamenteel onderzoek op dit gebied, struint hij internet af naar buitenlandse publicaties van bijvoorbeeld Inagro en Proefcentrum PCA Kruishoutem. Bij dit Vlaamse aardappelonderzoek staat volgens Klaver de economische meerwaarde nog veel meer centraal. Ook huurt hij zelf onafhankelijke teeltdeskundigen in.
Naast teelt- en bodemgegevens, verzamelt Klaver ook veel data aan de kostenkant. Hij somt op: „Diesel tussen 1-8-2021 en 1-8-2022 plus 20 procent, gewasbescherming plus 17 procent.” Dit komt bij Klaver neer op respectievelijk 75.000 en 50.000 euro extra. Ook qua personeel wil hij iets doen: „Want ook mijn mensen hebben thuis een kachel die moet branden.” Zijn uitgangspunt blijft dat opbrengstverhoging per hectare het middel is en blijft om deze forse (en volgens Klaver zeker niet tijdelijke) kostenstijgingen te compenseren.
Stijgingen en uitdagingen
Tot nu toe gaat in de bieten de opbrengstverhoging het hardst. Waar Klaver 30 jaar geleden 50 ton per hectare haalde, ligt dat getal nu boven de 105 ton. Dit wel bij levering voor 15 oktober, om zo structuurschade aan de bodem door de oogst te voorkomen. De belangrijkste sleutel voor de hogere opbrengst is volgens Klaver de genetica. Hij teelt dan ook iedere twee jaar een nieuw ras met een significant hogere opbrengstpotentie.
Bij het aardappelpootgoed ligt de genetica veel complexer, legt Klaver uit. De akkerbouwer denkt nu al na over zijn rassenkeuze bij de miniknolbestellingen in 2023/2024, die hij in 2027 gaat uitleveren. Een grote uitdaging blijft het spanningsveld tussen zijn wens als pootgoedteler van zoveel mogelijk knolletjes per meter en die van de fritesindustrie en export die juist grove knollen willen.
Tijdens de pootgoedteelt blijkt het Rostochiensis-aaltje door resistente rassen goed genetisch op te lossen, maar het Pallida-aaltje niet. In de bewaring leverde bij sommige rassen de Talent- en ethyleenbehandeling tegen topspruitdominantie (mogelijk genetische) afwijkingen aan de aardappel op. Achteraf bleek dat dit vooral aan te hoge CO2-concentraties in de bewaring lag.
Daar bovenop spelen nog talrijke teelt-, oogst-, sorteer- en bewaarissues die Klaver uitpluist: van de toegenomen virusdruk door steeds minder middelen tegen luizen, tot bacteriële infecties door onder meer kiembreuk. Tegen bacteriën op de schil van PB1 en PB2 blijkt twee dagen drogen in het zwad goed te werken, maar wel vóór september, omdat dan bij zonnig weer het ozongehalte in de lucht nog hoog genoeg is. Tegen Pallida-aaltjes inundeert Klaver nu 12,5 hectare land, 100 dagen lang. Tegen luizen overweegt hij 4,5 hectare PB1 met luisdoek te overdekken, of stro op de ruggen. Alle drie zijn het arbeidsintensieve, dure ingrepen.
In het algemeen boeien hormonale processen in de aardappelknol Klaver mateloos. Een voorbeeld hiervan is absorptie: tijdens de groei krijgt een aardappelknol na 10 à 15 nieuwe knolletjes van 15 à 20 millimeter soms een hormonaal signaal, om slechts met de helft verder te gaan. Door eigen onderzoek vermoedt Klaver nu dat dit vooral ligt aan de hoeveelheid licht tijdens de knolinductiefase, en dat temperatuur geen rol speelt. „De vraag is waarom Wageningen dit niet eerder grondig heeft uitgezocht?”
Kansen verzilveren
Over het hele bedrijf kilvert Klaver veel land opnieuw, omdat het afschot iets te sterk was, en daardoor de kopakkers te nat. Met het blote oog was dit niet te zien. Klaver ontdekte het door opbrengstmetingen op zijn oogstmachines. Zo is hij continu per gewas en bedrijfsbreed aan het meten, analyseren en innoveren. Dit betekent soms ook juist teruggrijpen naar vroeger: „Niet-kerende grondbewerking bleek de opbrengst na verloop van tijd juist te remmen. Daarom zijn we na tien jaar weer gaan ploegen.”
Op nationaal niveau kan hernieuwde focus op opbrengst Nederland volgens Klaver helpen om de gigantische kansen die er wereldwijd mede door de klimaatverandering liggen, te verzilveren. „Naast de driehoek kunnen ook aardappelhandelshuizen meer doen, bijvoorbeeld door meer onderzoek en promotie van bepaalde rassen, zoals Lugano en Karelia. Beide hebben goede Pallida-resistentie en verwerkingseigenschappen.”
Terug naar zijn eigen bedrijf: wat hindert Klaver het meest in zijn persoonlijke opbrengstambities? „Dat is tijd, om alle essentiële kennis op te doen”. Ook daarom hoopt hij dat weer meer neuzen de opbrengstkant op gaan staan: „Om zo ondanks de kostenstijgingen de kostprijs zo laag mogelijk te houden, en de Nederlandse akkerbouwbedrijven ook in de toekomst winstgevend te laten zijn.”
Dit was een artikel uit de Sterke Erven Monitor special van Agrio. Bekijk de volledige special via deze link.
Sterke Erven Monitor
Het zijn momenteel hectische tijden. Daarom vinden wij, als Agrio, het des te belangrijker om te weten wat er leeft onder de boeren. Deze tweede editie van de Sterke Erven Monitor, een jaarlijkse peilstok in de boerenwereld, brengt daar helderheid in. 935 boeren hebben hun zorgen, kansen en toekomstvisie met ons gedeeld door de online-vragenlijst in te vullen. De uitkomsten staan in deze interactieve pdf en zijn vertaald naar zes thema's: Natuur en landschap, Maatschappij, Familie, Ondernemerschap, Energie en Innovatie. Sterke Erven thema's die we komend jaar verder gaan uitdiepen in onze producten.
Tekst: José de Jong
Beeld: Susan Rexwinkel