Van Keimpema over Landbouwakkoord: 'Ik vraag me af of we prijsafspraken kunnen maken'
De sectortafel melkveehouderij hield afgelopen vrijdag het eerste overleg in het kader van het Landbouwakkoord. Tijdens de bijeenkomst in Utrecht werd vooral het proces besproken. „In een interview bij Agrio gaf de minister aan dat de sectortafels de motor zijn van het landbouwakkoord, maar dat gevoel heb ik totaal niet",vertelt Van Keimpema. „Er is ons namelijk duidelijk gemaakt dat aan de hoofdtafel wordt onderhandeld. Maar dat gevoel kan nog komen natuurlijk.”
Kamerbrieven uitgangspunt
De vier brieven die het kabinet op 25 november met de Tweede Kamer deelde, vormen volgens Van Keimpema het uitgangspunt bij de vorming van het landbouwakkoord, in combinatie met de doelen en kaders die al in wetgeving en in het kabinetsbeleid zijn opgenomen. In die brieven wordt uitgegaan van 74 procent van de stikstofgevoelige natuur onder de Kritische Depositie Waarde (KDW) in 2030 en het afschaffen van de KDW. „Het kabinet heeft gezegd dat het alle adviezen van Remkes overneemt. Dan is het jammer dat daar (de KDW, red) vervolgens niks mee gedaan wordt. Binnen het Landbouwakkoord wordt nog toegewerkt naar de geformuleerde doelen met betrekking tot de KDW, terwijl menig wetenschapper en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) al hebben aangegeven dat de KDW hiervoor niet gebruikt kan worden en ongeschikt is. Hetzelfde geldt voor Aerius."
DDB is daar niet over te spreken. „Dat deze instrumenten nog gebruikt gaan worden om straks piekbelasters aan te wijzen en vergunningen in te trekken, daar kan ik bij mijn leden straks niet mee aankomen", duidt de voorzitter.
Prijsafspraken
Verder zijn er andere zaken waarover de 'alarmbellen' gaan rinkelen bij de DDB, zoals het maken van prijsafspraken. Van Keimpema: „Ik snap niet waarom de Autoriteit Consument en Markt (ACM) niet aan tafel zit. Ze volgt dit proces natuurlijk op de voet. Als wij als vereniging al praten over prijsafspraken, dan gaat dat haast al te ver en riskeren we een boete. Ik vraag me ook wel af of het kan."
Ze verwijst naar de melkstakingen in 2008 en 2009. „Toen werd er ook gewaarschuwd dat wij als belangenorganisatie heel zorgvuldig moesten communiceren: prijsafspraken of proberen om gezamenlijk de prijsvorming te beïnvloeden door bijvoorbeeld de melk niet te leveren, waren en zijn verboden. Oproepen tot het niet-leveren van melk dus ook. Ik mocht zeggen dat ik als individu meedeed aan de staking, maar absoluut niet als vereniging."
Van Keimpema is van mening dat de wetgeving sindsdien nog niet is veranderd. „Dus ik vraag me af of we prijsafspraken kunnen maken. Daar moeten we het de komende weken over hebben. Wat ons betreft met ACM erbij. In Nederland hebben we daarnaast internationale handelsafspraken en verdragen met anderen. Die kun je niet zomaar beëindigen.”
Extensivering
Het kabinet wil graag toewerken naar extensivering in de melkveehouderij. Dat werkt volgens het bestuurslid niet in combinatie met internationale handelsverdragen. „Binnen het Landbouwakkoord wil men de melkveehouderij extensiveren en de andere schakels in de keten opleggen om een hogere prijs te gaan betalen. Dat is mooi maar werkt niet door de internationale handelsverdragen: Nederland mag en kan de grenzen niet sluiten. De afnemers mogen overal producten kopen waar ze willen in verband met deze handelsverdragen. Daardoor is de concurrentiepositie van de Nederlandse boer dus weg. Ik heb gevraagd hoe ze dat op gaan lossen."
Meerprijs
Van Keimpema ziet ook gevolgen voor de afzetmarkten. „België, Duitsland en Frankrijk produceren op dezelfde manier als ons. Als wij hier prijsafspraken gaan maken, dan gaan afnemers naar België omdat ze het daar mogelijk goedkoper krijgen. We kunnen dan niet meer concurreren met onze omringende landen op andere markten.”
Een meerprijs vragen voor melkproducten ziet ze sowieso nu als een onhaalbare kaart door de inflatie. „Kijk maar naar de afzet van biologische producten in Europa. De afzet is enorm gedaald sinds de inflatiestijging en de energiecrisis. Mensen maken andere keuzes waar ze hun geld aan gaan besteden."
Proces
Als Van Keimpema tot slot procesmatig kijkt, dan stipt ze openheid in het proces aan. „Om het vertrouwen in de overheid terug te winnen, is transparantie belangrijk. Ons voorstel was om bijvoorbeeld een livestream van zo’n overleg uit te zenden, zodat iedereen kan zien wat er gebeurt. Het eerlijke verhaal. Dat wil het ministerie niet. Het is leuk en aardig dat de overheid het vertrouwen wil herstellen, maar doe dat dan ook in openheid. Het wantrouwen kun je wegnemen door te laten zien wat je doet.”
Het vertrouwen kan volgens haar ook teruggewonnen worden door bij de feiten te blijven. „Meten is weten. Heel veel wordt toegerekend aan de landbouw, zoals de waterkwaliteit. Agrifacts heeft onderzocht dat meetpunten voor de waterkwaliteit midden in de stad zitten, maar dat de slechte waterkwaliteit toch wordt toegerekend aan de landbouw. Dat valt dus te betwijfelen. Geef inzicht in de systematiek: waarom de landbouw, wat van effect heeft het op de natuurgebieden etc. Dat alles op de landbouw wordt afgeschoven, zorgt niet voor vertrouwen in deze coalitie.”
Toekomst
De komende weken moet er nog veel besproken worden. Of het sluiten van een akkoord gaat lukken, daar wil Van Keimpema zich nog niet echt over uitspreken. Ze gaat de gesprekken in elk geval in met een realistische en nuchtere blik. Die mist ze nu bij het ministerie. „Den Haag denkt dat we in een maakbare maatschappij leven. Maar dat is niet zo. Ze hebben naar mijn mening niet het idee dat het gaat over mensen (boeren) en hun eigendommen en over de leefbaarheid op het platteland.”
Daarnaast zou ze willen dat de woningbouw, mobiliteit en industrie ook aan tafel komen. „Het gaat tenslotte over de inrichting van ons landschap. Als je hun er niet bij betrekt, dan gaan straks belangen met elkaar knellen.”