LTO Noord Drenthe: 'Drents Programma Landelijk Gebied start zonder draagvlak van de sector'

LTO en DAJK (Drents Agrarisch Jongeren Kontakt) hebben daarom een brief naar de provincie gestuurd.

Inbreng

Het DPLG is de Drentse invulling van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Hiermee werkt Drenthe aan maatschappelijke opgaven op het vlak van water, klimaat, biodiversiteit, natuur en stikstof. Samen met diverse partijen vanuit overheden en landbouw- en natuurorganisaties heeft LTO Noord deze maand meegedaan aan een Hackaton. Oftewel een vierdaagse waar gesproken werd over doelen en hoe je door inzet van alle sectoren in het landelijk gebied die doelen dichterbij kan brengen.

Regiobestuurder Arend Steenbergen: „We deden hieraan mee om inbreng te kunnen leveren aan de toekomst van de agrarische sector in Drenthe. Voor ons staat het perspectief voor de sector en daarmee een vitaal en dynamisch landelijk gebied centraal.”

Toekomst in gevaar

Met de ambities en de visie voor het landelijk gebied die tijdens de Hackathon naar voren zijn gebracht kan de toekomst van vele agrarische ondernemers in gevaar kan komen. Steenbergen: „De provincie wil samen met de waterschappen gaan werken met opgelegde kaartjes en afgebakende gebieden waar agrarische grond moet wijken voor ander grondgebruik. En ze willen maatregelen opstellen zonder de vraag te stellen of de maatregel het doel wel kan dienen. Bovendien is er nauwelijks aandacht voor sociaal economische gevolgen. En als het gaat over stikstof zijn er gebieden rondom N2000-gebieden waar de stikstofdoelen van 74 procent reductie niet gehaald kunnen worden.”

Ondernemerschap

LTO Noord is van mening dat beleid in samenspraak en met draagvlak van de sector gemaakt wordt. En dat geluisterd wordt naar de inbreng van de agrarische sector. LTO: 'De overheid moet kijken naar de doelen per gebiedsniveau. Per gebied kijken naar doelen die daar relevant zijn en het verschil tussen de actuele situatie en het doel. Waarbij we ervoor pleiten dat landbouwgrond, landbouwgrond moet blijven. Bij het zoeken naar oplossingen moet het perspectief van de agrariërs en hun verdienvermogen uitgangspunt zijn. Snel resultaat is mogelijk in het werken aan doelen die voor agrariërs ook meerwaarde hebben. Wij hebben de stellige overtuiging dat de sleutel voor het halen van doelen ligt bij het ondernemerschap van de huidige en volgende generatie van agrarische ondernemers. Het proces van het DPLG moet wat ons betreft gericht zijn op het faciliteren van dat ondernemerschap.'