Hunze en Aa’s onderzoekt beschikbaarstelling maaipaden voor GLB

Het GLB heeft voor agrariërs als eis 4 procent niet-productieve landbouwgrond aan te houden voor deelname aan de zogenoemde ‘eco-regelingen’. Met de eis en met de eco-regelingen worden doelen nagestreefd op het gebied van biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water en wordt toekomstgericht boeren beloond.
Aangrenzende landschapselementen
‘De eis kan, onder verschillende voorwaarden, ingevuld worden met (aangrenzende) landschapselementen’, licht Hunze en Aa’s toe. ‘Het huidige beleid van waterschap Hunze en Aa’s is dat we onze maaipaden en watergangen niet beschikbaar stellen als landschapselement voor het GLB. Dit beleid blijft van kracht in 2023.’
Nader onderzoek nodig
De waterschappen Scheldestromen en Noorderzijlvest hebben besloten maaipaden en watergangen die in hun bezit zijn beschikbaar te stellen als landschapselement voor het GLB voor bezitters van naastgelegen gronden. Zo meldt Hunze en Aa’s over haar ‘collega-waterschappen’. ‘Verder bericht LTO dat watergangen en maaipaden die in bezit zijn van het waterschap door agrarische ondernemers opgegeven mogen worden voor het GLB, indien dit grenst aan het betreffende landbouwperceel (binnen vijf meter) en indien hiervoor toestemming is van de eigenaar.’
Ongeoorloofde staatssteun
Naar aanleiding van deze ontwikkelingen en de vragen en verzoeken die het waterschap ontvingen, deed Hunze en Aa's besluiten haar beleid opnieuw tegen het licht te houden. ‘Met als conclusie dat er op dit moment nog te veel onduidelijkheden zijn over regels en afspraken, waaronder het vraagstuk van ongeoorloofde staatssteun.’
Te grote risico’s
Aanpassing van haar beleid in 2023 gaat naar het oordeel van Hunze en Aa’s gepaard met te grote financiële en juridische risico’s. Daarom heeft het waterschap besloten de komende maanden de te bekijken of het mogelijk is om watergangen en maaipaden met ingang van 2024 ter beschikking te stellen als landschapselement voor het GLB. Daarbij stelt het waterschap als randvoorwaarde dat zij volledige zeggenschap wil behouden over het beheer en onderhoud en geen individuele gebruikersovereenkomsten hoeft af te sluiten.