Met belteams en zaakbegeleiders wil Van der Wal piekbelasters helpen
Tegelijk met de bekendmaking van de aanpak piekbelasters en de regelingen die deze bedrijven kunnen gebruiken als ze willen omschakelen, kondigde minister Van der Wal een aantal ondersteuningsmaatregelen voor deze boeren aan. Als eerste is daar de website, www.aanpakpiekbelasting.nl, waarop boeren kunnen kijken of ze in aanmerking komen voor die regelingen. Daarvoor maakt de site gebruik van AERIUS-check, een nieuwe module van AERIUS. De website geeft ook uitgebreide informatie over de verschillende subsidie- en andere steunmogelijkheden.
De minister benadrukte dat de website geen gegevens opslaat, en ook geen lijstjes bijhoudt van wie piekbelaster is. „Het laatste wat ik wil is dat een ondernemer een stempel op zijn voorhoofd krijgt van ‘jij bent piekbelaster’”, vertelde ze in een toelichting. Dat betekent wel dat wie de site voor een tweede keer wil raadplegen, opnieuw zijn gegevens moet invoeren. Wel kunnen gebruikers de ingevulde gegevens in een PDF-formulier downloaden, zodat ze die gegevens een volgende keer bij de hand hebben.
Handleiding
De bepaling van piekbelasters gaat per locatie. Een bedrijf met meerdere locaties moet dus voor elke locatie apart bekijken of die een piekbelaster is of niet.
Een handleiding voor AERIUS-check kan van de site worden gedownload. Deze handleiding van vijf pagina’s moet niet worden verward met de 260 pagina’s dikke handleiding van AERIUS zelf.
Met de informatie van de website kan een ondernemer in de eerste instantie zelf aan de slag gaan, samen met zijn eigen adviseur. Voor wie meer nodig heeft, heeft RVO een apart belteam opgezet.
Voor elke boer een zaakbegeleider
Daarnaast stelt de overheid zaakbegeleiders beschikbaar, ervaren adviseurs die boeren kunnen bijstaan met alle mogelijke subsidie- en andere steunmogelijkheden. Maar ook bijvoorbeeld kan bemiddelen bij gemeentes en andere overheden als vergunningen of andere zaken geregeld moeten worden. Elke boer krijgt daarbij een begeleider die gedurende het hele traject bij hem blijft, tot de boer aangeeft dat hij klaar is. Zo wordt gegarandeerd dat de begeleider ook op de hoogte is van het hele project, en niet steeds nieuwe mensen moeten worden ingewerkt.
De overheid rekent erop zo’n honderd zaakbegeleiders nodig te hebben, vanuit het Rijk en de provincies. Die zijn er nog niet allemaal, maar de minister rekent erop dat het gewenste aantal in augustus bereikt is. Daarbij kijkt ze ook naar hoe de vraag naar deze begeleiders zich deze zomer ontwikkelt.
Trajecten
Niet iedereen zal meteen aan de slag kunnen met zijn eigen zaakbegeleider. De start van de verschillende trajecten verloopt gefaseerd, vertelden ambtenaren van het ministerie, ook om te kijken wat er allemaal op ze afkomt. Maar vanaf augustus moet iedere boer die van zo’n begeleider gebruik wil maken, daar ook mee aan de slag kunnen.