Minister Adema bezoekt akkerbouwer in kletsnatte Friese Westhoek

Bij Jensma zit, net als bij veel collega’s, nog een groot deel van de oogst in de grond. Het gaat om 18 hectare poot- en consumptieaardappelen, meer dan 15 hectare peen en 60 hectare bieten. „Het grootste deel is er wel uit, maar het laatste deel wil ik er eigenlijk ook wel uit”, zegt Andries Jensma.

Met name de aardappelen worden een uitdaging. „Het blijft maar regenen. Het moet een keer vijf dagen achtereen droog zijn, dan kunnen we wat doen. Maar dat gebeurt niet.”

Peenoogst

Vanmorgen is Jensma weer begonnen met de peenoogst. „Daar maak ik me niet heel veel zorgen over, peen rooien kan nu eerder dan aardappelen rooien.” De verliezen tijdens de peenoogst zijn echter groot. „Het loof wordt zwakker en de peen zit vast in de grond. Daardoor breekt het loof snel af en blijft er veel peen achter in de grond.”

Vorst wordt nu de grootste bedreiging. „Dan is het gebeurd. Als er geen vorst komt, kunnen we in principe in december nog wel rooien.”

De akkerbouwer heeft Adema rondgeleid over zijn bedrijf en hem verteld waar ze tegenaan lopen in deze natte tijden. „Het is hier extreem nat, afgelopen weekeinde heeft het ook nog weer 40 mm geregend.” Adema heeft volgens Jensma alles aandachtig bekeken en aangehoord. „Hij leeft wel met ons mee.”

De tekst gaat verder na de foto

De akkerbouwer heeft ook met de minister gesproken over een schaderegeling. In 1998 is de Wet Tegemoetkoming Schade (WTS) ingezet om door wateroverlast gedupeerde boeren te compenseren. „Maar ik vraag me af of er zoiets gaat komen, ik denk het niet.”

Ook hebben ze gesproken over de brede weersverzekering. Jensma heeft deze niet afgesloten voor zijn gewassen. „Maar die geldt nu toch niet; daarvoor valt er niet genoeg regen binnen 24 uur. Het regent gewoon elke dag.”

Andries Jensma vormt met twee ooms en twee broers de maatschap Jensma Agro.