Soortbepaling aardappelmoeheid (AM) onderzoek
In de telervergaderingen van het NAK in januari dit jaar is een aantal vragen gesteld over de soortbepaling zoals de NAK die uitvoert. Nematologie specialist Jan Luimes geeft uitleg over de kosten en mengbesmetting.
Een soortbepaling wordt uitgevoerd wanneer er een besmetting met AM (cysten met levende inhoud) in het perceel is aangetroffen. Met behulp van deze soortbepaling wordt vastgesteld of de besmetting is veroorzaakt door het aaltje Globodera rostochiensis (G.ros) en/of Globodera pallida (G.pal). Deze soortbepaling is een verplicht onderdeel van het onderzoek en is van belang om het juiste resistente ras als bestrijdingsmaatregel te kunnen kiezen.
De NAK heeft er voor gekozen om per aanvraag (perceel) één soortbepaling uit te voeren. Dat betekent dat de aardappelcysten van de verschillende besmette monsters van hetzelfde perceel bij elkaar worden gevoegd. Een gevolg van deze werkwijze is, dat wanneer er een Mengbesmetting (G.ros en G.pal) wordt vastgesteld de G. ros en G. pal niet apart zijn te lokaliseren. Er is bewust voor bovenstaande uitvoering gekozen. Het aantal mengbesmettingen is namelijk slechts 5 procent van het totaal aantal besmettingen. Van dit percentage is weer een klein gedeelte, waarvan de besmettingen (G.ros en G.pal) zo ver uit elkaar liggen, dat er ook daadwerkelijk met verschillende resistente rassen een bestrijding mogelijk is. Dit komt slechts bij enkele gevallen per jaar voor. In die gevallen, waarbij het dus van belang is te weten waar exact de G.ros en de G.pal liggen, gaat de NAK in overleg met de teler soms tot herbemonstering over.
Mengbesmetting
De NAK heeft er voor gekozen om per aanvraag (perceel) één soortbepaling uit te voeren. Dat betekent dat de aardappelcysten van de verschillende besmette monsters van hetzelfde perceel bij elkaar worden gevoegd. Een gevolg van deze werkwijze is, dat wanneer er een Mengbesmetting (G.ros en G.pal) wordt vastgesteld de G. ros en G. pal niet apart zijn te lokaliseren. Er is bewust voor bovenstaande uitvoering gekozen. Het aantal mengbesmettingen is namelijk slechts 5 procent van het totaal aantal besmettingen. Van dit percentage is weer een klein gedeelte, waarvan de besmettingen (G.ros en G.pal) zo ver uit elkaar liggen, dat er ook daadwerkelijk met verschillende resistente rassen een bestrijding mogelijk is. Dit komt slechts bij enkele gevallen per jaar voor. In die gevallen, waarbij het dus van belang is te weten waar exact de G.ros en de G.pal liggen, gaat de NAK in overleg met de teler soms tot herbemonstering over.
Kostenbeheersing
Een werkwijze, waarbij standaard de besmette monsters worden gesplitst en er dus meerdere soortbepalingen per perceel worden uitgevoerd, zal zeer vaak geen extra informatie geven (slechts enkele gevallen per jaar). De kosten voor de soortbepaling zouden hierdoor wel beduidend hoger worden.Tekst: Jan Luimes, NAK
Meer soortgelijk nieuws lezen?
Sloot dit artikel goed aan bij jouw behoefte? Wellicht is/zijn de volgende site(s) dan ook interressant voor jou: