‘Mensen hebben een bepaald beeld bij boeren, daar moet je hard aan werken’

„Het was een fantastische dag, ik kan niks anders zeggen”, steekt Jannie Boxum direct van wal. „Het is natuurlijk een momentopname, maar de mensen waren razend enthousiast.” Jannie Boxum runt samen met haar man een melkveebedrijf in Genemuiden (OV). Ze was één van de twee boeren die de kans kreeg tijdens het HanzeFest in Kampen haar product te promoten en het verhaal achter haar product, de Biesvelder grillkaas, te vertellen.

Verder af van de boerderij

Boxum ervaarde de gesprekken die ze voerde als positief. „Tegelijkertijd merk je wel dat mensen verder af staan van de boerderij dan vroeger. Dat ze eigenlijk helemaal geen notie hebben van wat wij allemaal meemaken en hoe het eraan toegaat op de boerderij. Dat is de burger helemaal kwijt”, vertelt Boxum. De positieve reacties, het respect van de mensen aan tafel en erkenning voor het werk dat boeren verzetten om een lekker en eerlijk product te maken deden Boxum goed. Sinds de zomer van 2022 maakt ze van een deel van de melk die ze produceren grillkaas. Een nieuw product dat aansluit bij de trend om minder vlees te eten. „Het maken van de grillkaas zorgt voor een nieuwe mindset, een nieuwe visie, een nieuwe flow en dan ben je gewoon minder bezig met het gedoe in de sector. Dat werkt gewoon voor mij”, legt Boxum uit.

Bokkenvlees op de kaart

Erik Fokker melkt samen zijn vrouw 3.000 melkgeiten in het Overijsselse Zalk. Fokker zette tijdens het HanzeFest in Kampen, het bokkenvlees op de kaart. Ook hij is enthousiast over de gesprekken aan de lange tafel van ‘Van riek tot vork’. „Ik heb met verschillende deelnemers gesproken. De mensen waren heel positief, daar word je alleen maar blij van als boer”, vertelt Fokker enthousiast. Een piek in de verkoop van bokkenvlees leverde het evenement niet op. „Maar als we dat willen, moeten we daar zelf ook harder aan trekken. Dan moeten we ervoor zorgen dat de mensen in de winkel ook de keuze hebben voor bokkenvlees”, geeft Fokker eerlijk toe.

De verbinding blijven zoeken

Fokker en Boxum zijn enthousiast over het evenement en de contacten met de burger, maar ze zijn zich er ook allebei van bewust dat één zo’n evenement het verschil niet gaat maken. De impact op de deelnemers aan een evenement kan groot zijn, maar de uitstraling naar de rest van de maatschappij is over het algemeen beperkt. Fokker zegt daarover: „Ik heb wel de indruk dat dergelijke activiteiten helpen de sector positief uit te dragen. Alle kleine beetjes helpen, maar het is een zaak van de lange adem. Wij proberen op verschillende manieren contact te leggen met de maatschappij. Daarmee hoop je iets in gang te zetten, maar eigenlijk moet je er continu mee bezig blijven.”

Boxum denkt niet dat ze door aan dit soort evenementen deel te nemen de maatschappelijke kijk op het boerenerf echt kan veranderen. „Het zijn momentopnames en de mensen die je treft raak je er ook wel mee. We geven graag een inkijkje in ons bedrijf, wij gunnen het de burger om te zien hoe het er op een echte boerderij aan toe gaat. Echter is het moeilijk in te schatten wat je werkelijk bereikt”, concludeert Boxum.

Hard werken aan positief imago

Annet Kalter, vanuit Boert Bewust betrokken bij de organisatie van ‘Van riek tot vork’, roemt de leuke gesprekken die ontstonden tussen boer en burger. „Wij waren op zoek naar een plek waar veel mensen samen kwamen. De mensen die naar het HanzeFest kwamen waren helemaal niet bezig met 'ik ga naar de boerderij of zo'. In één keer stonden wij daar, dan heb je dus echt publiek dat mijlenver van de boerderij afstaat. Dit leverde heel veel mooie ontmoetingen op.”

Kalter benadrukt dat het hard werken is om het beeld dat veel mensen van boeren hebben positief bij te schaven. „Als mensen geen interesse in de sector hebben, gaan ze gewoon af op wat ze op de televisie zien. Dat is natuurlijk niet altijd positief”, legt Kalter uit. „De mensen waren ook echt verrast dat alle producten lokaal geproduceerd worden, daar hebben ze echt geen idee van. We serveerden op HanzeFest niet alleen een paar lokale gerechten, maar de boeren die de producten produceren, waren er ook bij. Dat zorgde voor veel interactie tussen boer en burger.”

En dat helpt volgens Kalter echt om begrip te kweken bij de burger.